3 februari 2025
Wij pleiten voor de FFF-strategie: Fast, Fair en Friendly!
23 januari 2025
Schadeverzekeraars betichten álle low-impact letselslachtoffers van fraude en onttrekken zo ook nog miljarden van belastingbetalers
In de VS is de DDD-strategie (Deny, Delay, Defend/Dehumanize) volop in het nieuws. De Amerikaanse arts Ricardo Nuila benoemt in de Trouw van 21 december ook deze op zijn zachtst gezegd asociale Ontken-Vertraag-Verdedig-strategie van verzekeraars. Ten onrechte wordt daar heel vaak de ziekte en/of het letsel van miljoenen mensen ten onrechte ontkent en gebagatelliseerd, enkel vanwege bonussen en hogere winsten. Ook in Nederland wordt deze DDD-strategie toegepast en ook soms bij de overheid, zoals het UWV-schandaal laat zien. Een voormalig manager/arts zei in De Gelderlander (1/10/2024): ‘we stuurden op targets, zonder te weten of de uitslag van de beoordeling klopte’. Nederland telt nu circa 20.000 mensen met letsel (ook na een medische misser) die al langer dan drie jaar wachten op hun schadeafwikkeling door voor tegenpartij-schadeverzekeraars. Er zijn heel veel schrijnende situaties, omdat verzekeraars de verplichte voorschotten niet betalen waardoor letselschadeslachtoffers vermorzeld worden en op straat belanden.
16 oktober jl. waren wij aanwezig bij de commissievergadering van Justitie en Veiligheid in zake Slachtofferbeleid. Vooraf spraken we op afspraak Staatssecretaris Teun Struycken en diverse Kamerleden. We gaven hen nieuws dat ze nog niet kenden namelijk dat Allianz een waarschuwing heeft gekregen van de Tuchtraad Verzekeraars voor ‘strikt beleid’, want ‘Allianz schaadt de naam, het aanzien en het vertrouwen in de bedrijfstak’. Het (wan-)beleid hield in dat Allianz álle ongevalsslachtoffers met low-impact schade behandelden alsóf ze fraudeurs zouden zijn. Inderdaad net zoals in het Toeslagenschandaal. We hebben in Nederland een manier van letselschade vergoeden die de schade aan letselschadeslachtoffers vergroot én tevens ook aan de hele maatschappij. Na onderzoek, onder andere door gesprekken met De Nederlandse Bank, is onze visie dat de schadeverzekeringsmaatschappijen geen miljoenen, maar miljarden afwentelen op slachtoffers, gemeentes (WMO-gelden) en op de belastingbetaler (UWV-gelden en minder inkomstenbelasting opbrengsten).
Kamerlid Madeleine van Toorenburg (CDA, nu 1e Kamer) opperde in 2019 dat een Parlementaire Ondervraging onder ede nodig is. Ook Kamerlid Van Nispen is er al jaren mee bezig, hij spreekt van ‘perverse praktijken’. 2/12/2024 is bekend gemaakt dat -via zijn motie- de Gedragscode (GBL 2012) per 1/7/2025, qua termijnen, in de wet Wft verankerd zal zijn. Het is bizar dat zieke/gehandicapte mensen willens en wetens jarenlang aan het lijntje worden gehouden, waardoor klachten verder toenemen in plaats van afnemen en waarbij de belastingbetaler er ten onrechte deels voor op draait. Dit terwijl er A) de Gedragscode is die als 1e principe heeft: Slachtoffer centraal, met elk kwartaal contact over de voortgang. En B) er de wet (BW6:162) is die veroorzakers verplicht álle schade te vergoeden. De Gedragscode wordt, daar waar het juist voor nodig is, niet aangehouden helaas.
De recente uitspraak voor een toeslagenouder geeft wat goede moed. Renske Leijten tweette op 3 januari 2025 na een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam: ‘Deze vader heeft dus twee jaar moeten procederen om vergoeding te krijgen die redelijk is. De Belastingdienst wilde niet fatsoenlijk schikken, dus moest meervoudige kamer oordeel vellen.’ In deze uitspraak (RB Amsterdam 16/12/2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:7990) erkende de rechtbank het feit dat deze vader ziek geworden was van de stress die door het gedrag van de belastingdienst werd veroorzaakt.
Wij zeggen: Genoeg is genoeg! Wij stellen dat het systeem fors op de schop moet en dus dat het het beste is als de slachtoffers en de rechtvaardige afwikkeling nu écht leidend zijn. Niet meer praten over slachtoffers maar mét. Zodat het vertrouwen in verzekeraars en de rechtstaat weer hersteld kan worden en de staatskas niet onterecht leger dan die nu is.
-Maarten Brekelmans, Voorzitter stichting Letselschade en Gerechtigheid
-Jan-Willem te Maarssen, Voorzitter st. Adviespunt Letselschadeslachtoffers & ervaringsdeskundige
4 november 2024
Blog: Het zware Whiplash stigma
In veel langlopende letselschadezaken heeft het ongevalsslachtoffer een whiplash syndroom (WAD=Whiplash Associated Disorder graad 0 t/m III), ofwel nektrauma, ook wel acceleratie- deceleratietrauma, ook wel PCS (Postcommotioneel Syndroom) ofwel nekzweepslag, ook wel zweepslagtrauma. Er zijn diverse benamingen voor. Steeds meer medici gebruiken het woord ‘Whiplash’ niet meer, ook omdat verzekeraars dat niet gunstig voor enkel henzelf vinden. Zoals bij ME zijn de klachten divers. De meest genoemde zijn: nekpijn, hoofdpijn, concentratiestoornissen, duizelig, misselijk, snel overprikkeld, moe/oververmoeid, evenwichtsstoornissen, zichtproblemen en somberheid.
We zien dat het Whiplash-stigma (negatief label) zwaar is. Waar komt dat door?
A) bij een ongeval is vaak geen bloed en zijn er meestal geen wervelbreuken.
B) het letsel en de klachten zijn onzichtbaar en ook via röntgen zijn de minuscule scheurtjes (nog) niet te zien,
C) als je rust op bed en op de bank dan ziet (bijna) niemand het, laat staan dat ze weten hoe lang je rust. En als je eens een paar uren geen pijn en duizeligheid hebt dan ga je in de voortuin aan het werk. Mensen die dat zien denken dan snel, ‘zie nu wel, hij kan het wel’. De vooroordelen van anderen zorgen voor stress, verdriet en boosheid. Geen goede voorwaarden voor herstel.
D) de medici en verzekeraars die niet bij de klachten gebaat zijn én de macht, kunnen die nog wel eens misbruiken. (Zie onlangs het UWV-schandaal. De verzekeringsartsen beslisten op basis van cijfers en targets en niet op basis van menselijkheid, nog op basis van bewijzen dat er écht geen reden is voor de klachten.)
E) Er zijn meerdere gradaties van klachten van lichte whiplash tot zware schuine whiplash, net zoals bij Q-koorts, CVS (Chronisch Vermoeidheid Syndroom), Lyme etc.
F) Vroeger (voor ca. 1980) konden neurologen nog niks vinden, maar wellicht was hun trots wat aangetast en ze zeiden dan vaak ten onrechte: ‘het zit tussen je oren’. Na veel wetenschappelijk onderzoek is het bewezen letsel. In juni 2001 oordeelde de Rechter (in de zaak De Zwolsche Algemeene/De Greef) dat whiplashklachten wetenschappelijk bewezen zijn. Echter ze zijn wel iets moeilijker objectiveerbaar en dat het gaat om het áánnemelijk* maken. Helaas was dit nog niet de grote oplossing van alle problemen.
Sindsdien doen (veel) schadeverzekeraars er veel/alles aan om het buiten de rechter te houden. En waarschijnlijk ook om een negatief beeld van mensen met een whiplash in de zorg en de media op te bouwen. Ze huren dure advocaten in én ze beïnvloeden letselschadeadvocaten van slachtoffers om de zaak buiten de rechtbank te houden. Mijn toenmalige advocaat zei in 2012 dat ik moest tekenen dat ik niet naar de Rechtbank zou gaan. Omdat het gaat om veel inkomensderving gaat het om grote bedragen. Door deze praktijken treffen slachtoffers nog wel eens een te lage schikking (tekenen voor een laag schadebedrag) om maar van alle afwikkelellende af te zijn. Zo onttrekken verzekeraars, mijns inziens, miljoenen/miljarden aan schadekosten en niet alleen van slachtoffers. Het risico hiervan is dat deze slachtoffers vervolgens ten laste van de gemeenschap komen, door bijvoorbeeld de bijstand of WIA, neemt bij een te geringe schadevergoeding toe. Het is wrang te vernemen dat functionarissen van verzekeraars bonussen krijgen als ze weten laag te schikken. Door het op zijn zachts gezegd niet sociale beleid van verzekeraars, zoals Allianz, is er sprake van secundaire/tertiaire victimisatie. Ofwel naast slachtoffer van een ongeluk wordt men ook nog eens slachtoffer van kwalijk gedrag (traineren, chanteren, psychisch kwellen) van de verzekeraar.
Bovenal gaat het om het volgende, zoals Neuropsycholoog Margot Thomassen zei in het blad ‘Letselschadenews’ nummer 56 van najaar 2024, nadat ze het grote belang van ‘het geruststellen’ van de ongevalsslachtoffers had gemaakt: ‘Bij het herstel en de re-integratie van iemand met hersenletsel is de omgeving een van de meest bepalende factoren. De thuissituatie, de partner, de kinderen en zelfs de bredere sociale kring spelen een grote rol in hoe goed iemand kan herstellen en weer aan het werk kan gaan.’ Dit zou het uitgangspunt moeten zijn voor alle betrokkenen, zeker bij belangenbehartigers en verzekeringsmedewerkers. Hoe meer erkenning en menselijk contact des te eerder het herstel en des te minder de schadekosten, dit is de win-win-win- situatie, zeker als de vele miljoenen aan onnodige advocaatkosten vervallen.
*) Qua aannemelijk maken zijn 4 vragen belangrijk: Zijn de klachten er sinds het ongeluk? Kunnen ze niet door iets anders veroorzaakt zijn? Zijn de klachten in proportie met het ongeval en vier: zijn de klachten consequent? Dán is er juridische causaliteit ofwel bewijs.